maandag 30 april 2018

Specialisaie in spichische aandoeningen

'Ik ben bijna afgestudeerd'. Ik zeg echt niets liever dan dit. Ik herhaal het, het liefst de hele dag tegen iedereen die ik ken. Tuurlijk moet er nog best veel gedaan worden, maar het zal luiheid zijn wil ik het nu niet meer halen. Met dat in het vooruitzicht moet ik toch gaan nadenken over mijn  tussen jaar en vervolgopleiding. 

Ik ben tegenwoordig erg nieuwsgierig naar de psychologie van criminelen en lees hier veel boeken over. Ik zou daardoor eigenlijk gaan neigen naar criminologie of psychiatrie. Hiernaast ben ik in gesprek geweest met een jongen die ik op dit moment date (Bas, broertje Ieuan). Hij studeerd gewoon psychologie en gaat daarna specialiseren in het criminele brein. Ik hoor van hem veel dingen die overeenkomen met mijn eigen studie als het gaat om ontwikkelingspsychologie. Misschien zal deze studie daardoor minder zwaar voor mij zijn. Het kan ook zijn dat ik geen bachelor meer doe maar gewoon een specialisatie. Ik weet alleen nog niet wat mijn opties hierin zijn. 

Voor nu moet ik mijn vervolg stappen nog even laten voor wat het is. Ik zal eerst moeten gaan afstuderen. 

Later pikkies. 

Nichtjes van den Hoed

Met de informatie die ik op mijn verschillende Blogs plaats hoop ik ooit een boek te schrijven. Dat is wel echt een droom die ik ooit wil waarmaken. 

Soms heb je een herinnering die je nooit meer vergeet. Dit kan een goede een slechte of een totaal onbelangrijke herinnering zijn, maar ik denk vaak wel dat er een rede is waarom je juist dat onthoud. Ik heb bijvoorbeeld een herinnering van Youri (de collega uit de keuken, kickboks mattie en tattooboy) die tegen mij zegt in een pannenkoekenrestaurant: 'voor wie?' als reactie op mij die zei: 'Ik ga deze hele pannekoek en chickenwings opeten al is het het laatst wat ik doe'. 

Sinds gister heb ik nu een verzameling van herinneringen die elk bij een van mijn nichtjes passen (nichtjes van den hoed). Het viel mij op dat deze herinneringen echt doorschemeren hoe die kleine karaktertjes zich ontwikkelen en wat er zo leuk is aan deze drie dames. 

De eerste herinnering hoort bij Julia.Voor deze herinnering moet ik jullie terug nemen naar mijn eigen onzekere tijden. Die verschikkelijke tijd van je 14e tot je 16e waarin je zoveel zweet, je alles spannend vind en alles ongemakkelijk gaat zoals je het niet wil.Achter alles ligt een dubbele lading, want wat zouden andere mensen vinden? 

Het was Pasen en we waren met de hele familie in de kerk. De helft van ons stond op het podium, want dat is wat wij doen met Kerst en Pasen. Ik had net mijn solo gedaan, want dat is wat ik meestal doe. Ik was verrekte zenuwachtig puur omdat ik 16 was en had voor mijn eigen gevoel niet perfect gezonden, dat is wat ik meestal heb. Dankzij mijn leeftijd voelde het alsof ik naakt vals zong midden in een kerk gevuld met knappe jongens die nu allemaal iets negatiefs over mij dachten. In werkelijkheid zong ik waarschijnlijk 1 noot vals die niemand hoorde. Ik liep met mijn hoofd vol schaamte naar mijn plek die lags het podium helemaal aan de andere kant van de zaal was. Mensen waren al gestopt met klappen en ik kon niet sneller op mijn hakken naar mijn plek komen. Op zo'n 'stilte' moment zat de gehele kerk te wachten tot de preek zou beginnen en precies toen, precies op dit moment was daar Julia. Ze schreeuwde vanaf de zijkant van het publiek naar mij:' WAT HEB JE MOOI GEZONGEN!' op zo'n hoog enthousiast toontje dat alleen een echt super schattige 5 jarige zou kunnen. 

Mijn tweede herinnering is iets later in het huis van Natas en Mau. Zoals gewoonlijk hing iedereen in badjas of pjama voor de tv sinds 8 uur s' ochtends. Op dit moment was het ongeveer 12 uur s' middags en Maurits vond het wel weer genoeg. Hij zei tegen de meiden dat ze zich moesten aankleden en Esmee sputterde niet heel subtiel tegen. Het begon op een goede ruzie te lijken toen ze allebij in pjama stonden te schreeuwen. Op dat moment werden zij gestoord door de bel. Esmee sprinte op dat moment half bukkend (niet zichbaar voor het raampje in de deur) naar boven. Maurits deed de deur op en daar stond Thijmen (Esmee haar Stefan). Maurits zei gedag tegen Thijmen draaide zich om en daar in de deuropening stond een volledig aangekleedde Esmee. De stilte die toen viel was uit verbazing over de snelheid van Esmee en de twijfel tussen het afmaken van de ruzie of het laten gaan. Esmee verbrak de stilte door heel nonchalant: 'Wat?' te vragen. Maurits en ik barstten in lachen uit en Thijmen en Esmee speelden alsof er niks aan de hand was. 

Mijn laatste herinnering is helaas niet een herinnering van mijzelf. ik had god goud neer willen leggen om het volgende zelf te kunnen zien. Rosalie had voor het niet gebruiken van haar speen een beloning gehad. Dit was een speelgoed electrische gitaar. Het kind speelde al 2 dagen non stop de standaard liedjes die uit de knoppen kwamen en sliep er half mee. Toen ze na het weekend weer naar school moest, wilde ze deze maar wat graag laten zien aan haar klasgenoten. Zoals gewoonlijk was Maurits te laat met het wegbrengen en was het dagelijks liedje van de kleuterklas van Rosalie al begonnen. Maurits vertelde dat hij voorzichting binnen kwam en half beschaamd vroeg of Roos toch nog haar gitaar in de kring mocht laten zien. Met tegenzin liet de juf het toe en draaide Maurits zich om, om Roos binnen te laten. Zij stond blijkbaar niet meer naast hem, maar half achter een kapstok waardoor Maurits uit de deuropening liep en haar wilde zoeken. Op dat moment schuift Roos met haar gitaar om de kring binnen op haar knieen. Ze slide als een rockster de klas in terwijl Maurits doodgaat van schaamte. Nu dat ik het typ en het weer herleef moet ik weer lachen. Dat is zo bij elk van de herinneringen. Ze zijn voor mijn gevoel ook totaal niet goed omschreven, want dit kan echt veel beter verteld worden. Daar zal ik dan maar mee moeten oefenen wil ik echt een keer een boek schrijven. 

Voor nu ga ik uitzieken. Ik heb de hele dag gekotst. Love my life at the moment.